Met Marieke Boers, NT2-docent voor volwassen taalleerders, spraken we over het cruciale belang van woordenschatonderwijs. Met jarenlange ervaring als (zelfstandig) onderwijsadviseur en acht jaar als trainer bij Rezulto, heeft Marieke een schat aan kennis opgebouwd op het gebied van taalonderwijs. Vanuit  haar eigen adviesbureau begeleidt ze scholen op het gebied van begrijpend lezen, verdiepend lezen en is ze 3 tot 4 dagdelen werkzaam als NT2-docent voor volwassen taalleerders. Door te werken met volwassenen die de taal willen leren, ziet Marieke direct het effect van een geringe woordenschat. In een interview met Rezulto deelt zij haar inzichten, praktijkvoorbeelden en waardevolle adviezen voor leerkrachten om een woordenschatachterstand vroegtijdig te voorkomen.

Woorden vormen de dragers van de taal

Volgens Marieke is woordenschat voor taalleerders, of het nu kinderen of volwassenen betreft, essentieel. “Woorden vormen de dragers van de taal,” legt ze uit. “Zonder een uitgebreide woordenschat kunnen mensen geen genuanceerde of precieze boodschappen overbrengen.” Ze benadrukt dat woordenschat de basis vormt voor alle verdere taalontwikkeling en dat het gebrek aan een solide woordenschat een barrière kan vormen voor verdere persoonlijke ontwikkeling en carrière.

Marieke werkt voornamelijk met volwassenen die zich voorbereiden op staatsexamens Nederlands op B1- en B2-niveau. “Hoewel deze cursisten vaak al veel kennis en vaardigheden hebben, merken ze dat zonder een sterke woordenschat hun mogelijkheden beperkt blijven. Een uitgebreide woordenschat stelt hen in staat om preciezer te communiceren en om nieuwe woorden sneller op te nemen.” 

Het effect van goed woordenschatonderwijs

Een uitgebreide woordenschat is niet alleen cruciaal voor taalvaardigheid, maar ook voor de algehele (taal)ontwikkeling. “Met een grote woordvoorraad kun je jezelf preciezer uitdrukken,” Ze illustreert dit met een voorbeeld uit haar eigen praktijk. “Een cursist vroeg me onlangs wat het verschil was tussen de woorden raden en nadenken. Hoewel de woorden enigszins verwant zijn, zijn het geen synoniemen. Bij raden komt soms wel nadenken kijken, maar nadenken is niet hetzelfde als raden. Dit soort nuances worden steeds belangrijker naarmate de taalvaardigheid toeneemt, en een grotere woordenschat helpt hierbij.”

De impact van een beperkte woordenschat

Tijdens de NT2-cursussen van Marieke krijgen cursisten regelmatig wat uitgebreidere spreekopdrachten. Ze mogen dan bijvoorbeeld over hun eigen cultuur vertellen of ze debatteren over een bepaald onderwerp. Je merkt dat de frustraties hoog op kunnen lopen, als ze niet de juiste woorden vinden om duidelijk te maken wat ze willen zeggen. Al helemaal als het om een onderwerp gaat waar ze graag hun mening over willen delen, ze zijn dan ook vaak super gemotiveerd om te spreken, maar tegelijkertijd super gefrustreerd als ze niet op de goede woorden komen. Gelukkig kunnen medecursisten soms met een link naar de eigen taal te hulp schieten.

Wat leerkrachten kunnen doen om vroegtijdig woordenschat te vergroten

Leerkrachten staan voor de uitdaging om in hun drukke schema woordenschatonderwijs effectief te implementeren. Marieke benadrukt het belang van consistentie en variatie in het onderwijs. Breng variatie in in het woordleren en vermijd schoolse herhalingen zoals: ‘wat is dit?’, of ‘wat is dat?’. Breng plezier in het woordleren en werk met bewegingsactiviteiten. 

Haar gouden tip voor leerkrachten die hun woordenschatonderwijs willen verbeteren, is dan ook om coöperatieve werkvormen te gebruiken waarbij wederzijdse afhankelijkheid een uitgangspunt is. “Deze werkvormen, waarbij leerlingen elkaar nodig hebben om tot het juiste antwoord te komen, bevorderen niet alleen het leren, maar maken het ook leuk,” zegt ze. “Competitie-elementen, zoals teamwedstrijden, werken ook altijd goed.”

Het gaat erom dat de aangeboden woorden terugkomen, dat de betekenis van die woorden herhaald duidelijk wordt gemaakt en dat ze goed afgezet worden tegen andere woorden. Bij woordenschat geldt heel vaak: wat is een woord wel en wat is een woord niet. “Kijk maar naar het voorbeeld van raden en nadenkenraden is wel een beetje nadenken, maar nadenken is niet hetzelfde als raden. Bij heel veel woorden is dit van toepassing,” vertelt ze. 

Tot slot heeft Marieke nog advies voor de leerkrachten die gebruik maken van de LOGO-materialen. “In mijn trainingen voor leerkrachten merk ik dat de woordkalender vaak niet wordt gebruikt en dat is een gemiste kans”, zegt ze. “Je hoeft er geen of nauwelijks onderwijstijd in te stoppen, je gebruikt de woorden in je taalaanbod en het moet simpelweg in je systeem komen. Het zijn regelmatig belangrijke woorden voor tekstbegrip.”  

Kortom, een uitgebreide woordenschat is de sleutel tot succesvolle communicatie en verdere taalontwikkeling, zowel voor kinderen als volwassenen. Zoals Marieke zelf zegt: “Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden als het gaat om goed woordenschatonderwijs, maar expliciet aanbieden, een kraakheldere uitleg, herhaling en een uitdagende taalrijke omgeving (impliciet woorden leren) vormen de basis voor succes.”

Lees verder: “Woordenschat is geen vak apart; het is onderliggend aan alle vakken”

Lees verder

De impact van de pandemie op jonge kinderen

De pandemie heeft een ongekende impact gehad op onze samenleving, en jonge kinderen zijn hierop geen uitzondering. Uit een recent onderzoek van Anika van der Klis en Caroline Junge blijkt dat de woordenschat van jonge kinderen kleiner is geworden. Daarnaast toont

Verder lezen