Goede woordenschat; het is een belangrijke basis voor schoolsucces. En hoewel veel leerkrachten dat belang inzien, horen we bij Rezulto toch vaak reacties zoals “We hebben weinig tijd.” en “We moeten al zo veel!”. Begrijpelijk, in een schoolsysteem met een tekort aan leerkrachten, maar niet altijd realistisch. Woordenschatonderwijs is namelijk makkelijk te implementeren, ook tijdens het onderwijzen van schoolvakken. 

Hoe je woordenschatonderwijs kan implementeren, bespraken we met (ervarings)deskundigen Veronique Rijkenberg en Marije Oomens; leerkrachten op de nieuwkomersschool Kuna Mondo in Purmerend. Het duo geeft onder andere praktische tips en creatieve consolideeractiviteiten voor leerkrachten om woordenschatonderwijs als rode draad door een schooldag te laten terugkomen. 

Marije Oomens zit al 30 jaar in het onderwijs en ontwikkelde 8 jaar geleden het nieuwkomersonderwijs voor kleuters bij Kuna Mondo met haar duo-collega. Veronique Rijkenberg rondde, aanvullend op haar 8 jaar ervaring bij Kuno Mondo, in 2023 haar afstudeeronderzoek af in speelse consolideeroefeningen. Zij geven regelmatig workshops over NT2 en kleuters en stonden onder andere op LOWAN met een workshop over consolideren.

 

 

Waar lopen leerkrachten tegenaan bij het implementeren van woordenschat?

Leerkrachten denken vaak dat woordenschatonderwijs veel tijd kost. Maar eigenlijk is het makkelijk te implementeren binnen je dagelijkse onderwijs. Zo komen heel veel LOGO 3000 woorden dagelijks terug, zonder je ervan bewust te zijn dat je ze aanbiedt. Tijdens onze workshops geven we consolideertips waarbij we leerkrachten wel eens horen zeggen: “Hey, eigenlijk doe ik dit al!” Door jezelf bewust te maken van wat je al op dagelijkse basis aan woordenschat doet, kun je er nog meer uithalen en je onderwijs nog beter vormgeven. 

Zie het als een investering die zich later terugbetaalt. Als leerlingen jouw woorden niet snappen heeft dat een negatief effect op hun leerprestaties en zullen ze de

lesinhoud niet of onvoldoende begrijpen. Inzetten op verbetering van het woordenschatonderwijs is een goede keuze om te voorkomen dat onderwijsachterstanden ontstaan. 

Zo zie je nu bijvoorbeeld dat de leesvaardigheid van leerlingen slecht is. Door in te zetten op woordenschatverbetering, kunnen kinderen ook beter lezen en een verhaal beter begrijpen. Het lezen wordt leuker en hierdoor wordt er ook op het gebied van woordenschatontwikkeling een stijgende lijn ingezet. 

Na afloop van onze workshop komt er vaak een sterkere bewustwording bij leerkrachten dat door tijd en ruimte te nemen om die woordenschatdidactiek goed neer te zetten, er grote winsten behaald kunnen worden. Bijvoorbeeld op het gebied van rekentaal en schooltaal. 

 

Hoe ziet de start van een schooldag er voor jullie uit?

We starten de dag altijd met een liedje en behandelen onder andere de dagen van de week, wat voor de kinderen erg herkenbaar is. “Welke dag is het vandaag, welke dag was het gisteren en welke dag is het morgen?” Dan nemen we het dagprogramma door zodat de kinderen structuur krijgen. Daar hebben ze veel steun en houvast aan. We ondersteunen hierbij heel erg veel visueel, wat fijn is voor de kinderen, zeker als ze de taal nog niet spreken. Hierdoor kan ieder kind het volgen, wat zorgt voor zelfvertrouwen.

 

Hoe verweven jullie woordenschatonderwijs verder door een schooldag?

Iedere dag staat een LOGO 3000 plaat centraal. Hierbij proberen we materialen te vinden, van thuis of uit het klaslokaal. We behandelen deze plaat volgens de viertakt van Van den Nulft & Verhallen, wat betekent dat we tijdens de kring beginnen met voorbewerken en semantiseren. Gedurende de dag komen consolideren en controleren aan bod. 

We proberen LOGO 3000 zoveel mogelijk in ons dagritme te verweven. Denk aan het benoemen van de dagdelen, de woorden ‘de lunch’ en ‘het tussendoortje’ komen dan aan bod. Ook ‘de ochtend’, ‘de middag’, ‘de avond’ en ‘de nacht’ worden dan weer even herhaald.  Maar ook het behandelen van de voorzetsels tijdens het spelen in de speelzaal of buiten; “Eronder door, erover heen en eromheen”. En als we in de rij lopen naar bijvoorbeeld de speelzaal oefenen we de werkwoorden: “We lopen in de rij, we stampen in de rij en we springen in de rij”. Zo consolideer je de woorden op allerlei momenten gedurende de dag. 

 

Hoe zou een leerkracht in het regulier onderwijs woordenschatonderwijs het beste kunnen aanpakken?

Maak net als wij gebruik van het Viertaktmodel van Van den Nulft & Verhallen, waarbij voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren van woorden centraal staan. Daarbij helpen visueel ondersteunde middelen zoals de LOGO 3000 materialen met een woordtrap of een woordparachute om het leren inzichtelijk te maken. 

Behandel elke vier weken een thema en kies daarbij bijvoorbeeld 20 LOGO 3000 clusters en praatplaten uit en zoek daar tegenstellingen bij. Maak van deze platen iedere week een woordmuur die je bewust bij de lesactiviteit betrekt om de voorkennis van de leerlingen te activeren. Probeer bij de keuze in thema’s die je behandelt, dicht bij de belevingswereld van een kind te blijven. Dat helpt het kind om de woorden sneller te begrijpen. 

Bij de Viertakt is herhaling het sleutelwoord. Herhaal je nieuwe woorden in een vaste structuur, die handig en herkenbaar is voor de leerlingen. Maak gebruik van consolideeroefeningen. 

 

Waarom is het toepassen van consolideeroefeningen zo belangrijk? 

Vanuit mijn praktijkonderzoek over speelse consolideeroefeningen (Veronique) is gebleken dat je bij speels consolideren, naast het uitbreiden van de basiswoordenschat, ook creativiteit en sociaal-emotionele vaardigheden ontwikkelt. De inzet van verschillende werkvormen maakt het consolideren speels en gevarieerd. Dit zorgt tevens voor grotere betrokkenheid van leerlingen en interactie tussen leerlingen. 

Via speelse consolideeroefeningen kunnen kinderen oefenen en durven ze meer taal te produceren waardoor ze hun zelfvertrouwen vergroten. Spel verlaagt bovendien de drempel om mee te doen, want spelen doe je samen. Spelen geeft vrijheid. Je kunt iets makkelijker verwoorden als je speelt.

 

Welke consolideeroefeningen kunnen leerkrachten direct toepassen? 

1. Ondertitelen 

Plaats een ondertiteling bij situaties in de klas en op het schoolplein. Bied de woorden aan terwijl je beschrijft wat er gebeurt en wijs aan waar je over praat. Spreek duidelijk en maak gebruik van dezelfde woorden zodat de kinderen het woord gaan herkennen.

2. Het stopspel

Bij dit spel stel je een selectie voorwerpen samen die passen bij het thema dat je behandelt. Eén leerling verlaat de klas, terwijl de rest van de leerlingen een voorwerp kiezen. De leerling keert terug naar de klas en houdt alle voorwerpen een voor een omhoog. Ieder voorwerp wordt klassikaal benoemd. Als de leerling het voorwerp pakt dat de klas gekozen had, roept de klas “Stop!”. Nu is het tijd te tellen hoeveel voorwerpen de leerling heeft kunnen pakken. Zo oefen je de telrij en consolideer je de themawoorden met de klas.

3. Leerkracht vs. de kinderen

Verzamel voorwerpen van de woorden die je wil consolideren. Benoem de voorwerpen eerst samen met de kinderen. Daarna is het tijd om de kinderen zelf de woorden bij de voorwerpen te laten noemen. Hebben de kinderen het woord goed benoemd? Dan is het voorwerp voor de kinderen. Weten de kinderen het woord niet te benoemen? Dan krijgt de leerkracht het voorwerp. De kinderen winnen eigenlijk altijd, wat voor zelfvertrouwen, plezier en enthousiasme zorgt bij de klas. 

4. Het telefoonspel

Bij dit spel zitten twee kinderen ver van elkaar vandaan met dezelfde voorwerpen voor zich. Voor hen liggen ook de getallen 1 tot en met 3. Via een lange wc-rolbuis belt de ene leerling met de andere leerling en geeft door welk voorwerp hij/zij bij nummer 1, 2 en 3 heeft gelegd. Dat geeft de leerling aan door te zeggen: “Het eerste woord is …, het tweede woord is … en het derde woord is…”. Op deze manier oefent de leerling ook de rangtelwoorden. De leerling aan de andere kant van de lijn legt de voorwerpen bij dezelfde getallen, waarna de leerlingen bij elkaar kijken of hij/zij het goed heeft.  

5. Het voelkastje 

Het voelkastje leent zich voor consolideeractiviteiten waarmee de vormen geoefend kunnen worden. Verzamel voorwerpen die bij het thema horen en laat de leerlingen voelen welke vorm het is. Laat het voorwerp nu zien om te kijken of de leerling het goed heeft en benoem het voorwerp. Deze consolideeractiviteit kan ook worden uitgevoerd door de woorden aan de kinderen te omschrijven in plaats van de kinderen te laten voelen. Het thema ‘dieren’ verleent zich daar goed voor: “Welk dier heeft een slurf?” en “Welk dier heeft een lange nek?”

6. Samen op pad

Als het even kan dan is samen op pad gaan de mooiste consolideermogelijkheid. Maak een wandeling rondom school en kijk naar dieren, van insecten tot dieren die vliegen, zwemmen, kruipen, springen enzovoort. Of laat de kinderen tellen hoeveel motors, auto’s, scooters of bussen ze zien. Ook bij het thema ‘beroepen’ gaan we vaak naar buiten en vragen we werkende mensen wat hun beroep is en hoe ze die uitvoeren.  Vraag de buschauffeur bijvoorbeeld of hij het goed vindt dat de leerlingen één halte meerijden.

 

Wat is de gouden tip voor leerkrachten bij het onderwijzen van woordenschat?

Om op de juiste manier met woorden aan de slag te gaan is het belangrijk je te realiseren dat niet alle leerlingen met dezelfde kennis van de wereld (en dus niet met dezelfde woordenschat in de eigen taal) starten op school. Je moet als leerkracht kunnen inspelen op die verschillen in voorkennis. Op het gebied van woordkennis zijn er grote verschillen tussen kinderen, meer dan op welk vlak dan ook.

 

Hebben jullie tips voor leerkrachten hoe ze zelf consolideeractiviteiten kunnen bedenken? 

Wees creatief en probeer het gewoon. Zelf leuke activiteiten verzinnen maakt je werk ontzettend leuk en het houdt je alert. Jij maakt die krachtige lessituatie! 

 

Het implementeren van woordenschatonderwijs in een drukke schooldag is uitdagend maar haalbaar. Door bewustwording van reeds aanwezige woordenschatmomenten en een gestructureerde aanpak, kun je als leerkracht grote stappen zetten in het verrijken van de taalomgeving. Door te investeren in woordenschat, investeren we in de toekomst van onze leerlingen, waarbij een sterke woordenschat de sleutel is tot begrip en succes op alle gebieden van het onderwijs.

Lees verder

De impact van de pandemie op jonge kinderen

De pandemie heeft een ongekende impact gehad op onze samenleving, en jonge kinderen zijn hierop geen uitzondering. Uit een recent onderzoek van Anika van der Klis en Caroline Junge blijkt dat de woordenschat van jonge kinderen kleiner is geworden. Daarnaast toont

Verder lezen