Beste lezer,
Ook deze maand vind je in deze rubriek weer inspiratie om woordenschatverwerving op een leuke en actuele manier aan te pakken. Natuurlijk biedt de maand februari, met Valentijnsdag, de perfecte gelegenheid om met de kleuters in groep 1 en/of 2 de woorden ‘verliefd’, ‘lief vinden’, ‘het hart’, ‘knuffelen ‘en ‘zoenen’ aan te bieden. Bij de peuters kun je aansluiten bij Valentijn met woorden als ‘het gevoel’, ‘blij’, ‘boos’, ‘verdrietig’.
Voor deze rubriek heb ik niet alleen gekozen voor actuele woorden bij Valentijnsdag (14-feb), maar ook voor woorden die passen bij Doe Vriendelijk Dag (17-feb). Centraal staan de twee krachtige doelwoorden: liefde en haat (LOGO groep 3 cluster 55 – blauw). Of je nu voor groep 3 staat of een andere groep hebt, je kunt de ideeën gemakkelijk zo aanpassen dat ze aansluiten bij jouw groep!
Veel succes en plezier!
Linda Meijer
Lesidee groep 3
Woorden: liefde, haat (LOGO cluster 55 – blauw)
Download hier het woordweb (voor niet LOGO-gebruikers)
Valentijnsdag is een mooie gelegenheid om de woorden liefde en haat aan te bieden. LOGO-gebruikers vinden op de leerkrachtkaart Blauw nummer 55 de uitwerking. Gebruik de uitleg van de woorden liefde en haat tijdens Valentijnsdag.
- Vertel dat het (bijna) Valentijnsdag is en dat dit een speciale dag is waarop we de mensen die we lief vinden en van wie we houden extra aandacht geven. Dit kan door bijvoorbeeld iemand een cadeau te geven of te vertellen dat je hem/haar lief vindt.
- Als je liefde voelt voor mensen, heb je een warm gevoel als je diegene ziet of als je aan hem/haar denkt.
- Je kunt ook iets – en heel soms iemand – haten, bij die persoon of datgene heb je een heel erg koud gevoel.
- Op Valentijnsdag denken we dus aan de mensen voor wie we liefde voelen, en niet aan dingen of mensen waar we haat voor voelen.
- Vertel ook dat je een warm gevoel kunt krijgen bij iets wat je met liefde doet. Bijvoorbeeld tekenen of spelen met de LEGO. Je bouwt met liefde een huis van LEGO.
- Je kunt ergens haat voor voelen. Je hebt er een koud gevoel bij. Bijvoorbeeld als een gemeen kind je expres pijn doet of expres je LEGO toren omschopt.
Hieronder vind je tips voor activiteiten die je kunt doen tijdens de interactieve verwerking:
- Vraag aan de kinderen voor wie zij liefde voelen;
- Welk gevoel vinden zij fijner, liefde of haat? Hoe komt dat?
- Waar gaat Valentijnsdag over?
- Wat doen mensen (op Valentijnsdag) die liefde voor elkaar voelen (kus geven, knuffelen, cadeau kopen, lieve woorden zeggen, etc.)
- Hoe merk je het dat mensen elkaar haten? (ruzie maken, schreeuwen, niks tegen elkaar zeggen)?
Hieronder vind je ideeën en tips voor het consolideren en controleren:
Voorleestips:
- Kikker is verliefd – Max Veldhuis
- Raad eens hoeveel ik van je hou – Sam McBratney & Anita Jeram
- Beer is op Vlinder – Annemarie van Haeringen
Versje leren:
- Samen met de kinderen kun je een versje leren over liefde. Dit kunnen ze dan bijvoorbeeld aan hun vader of moeder vertellen. Het boek ‘Jij bent de liefste’ van Hans & Monique Hagen kun je hier goed voor gebruiken. Als je dit boek niet hebt kun je zelf een versje op internet zoeken.
Schrijfopdracht:
- De kinderen kunnen een Valentijnskaart schrijven voor iemand die zij lief vinden en waar zij liefde voor voelen. In het downloadbare materiaal vind je een brief die je kunt printen en de kinderen kunt laten schrijven.
- Als de kinderen klaar zijn kunnen ze er nog een mooie Valentijnstekening bij maken.
- De kinderen schrijven woorden in de liefdesboom en haatboom. In het downloadbare materiaal vind je deze invulboom.
Rekenen:
- Herhaal of bied de ‘verliefde harten’ aan. Welke getallen zijn samen 10 en voelen liefde voor elkaar? Welke getallen zijn samen géén 10 en voelen een beetje haat voor elkaar? In het downloadbare materiaal vind je een coöperatieve werkvorm met materiaal om te werken aan de verliefde harten.
Drama:
- Laat de kinderen uitbeelden hoe liefde eruitziet. Hoe beeld je uit dat je verliefd bent of iemand lief of aardig vindt? Ben je dan heel blij of verdrietig?
- Hoe ziet het eruit als je iets of iemand haat? Kijk je dan blij of boos?
- Kunnen de kinderen uitbeelden wat voor ‘cadeautjes’ zij op Valentijnsdag kunnen krijgen (denk aan iets opeten/ergens mee spelen/iets aantrekken)?
