Marianne Verhallen, medeoprichter van Rezulto en ontwikkelaar van het woordenschat lesmateriaal LOGO 3000, heeft haar loopbaan gewijd aan het begrijpen van het proces van taalverwerving en het vertalen van wetenschappelijke inzichten naar de onderwijspraktijk. Hierbij heeft zij speciale aandacht voor woordenschatontwikkeling bij kinderen.
De opkomst van woordenschat in taalonderwijs
Waar taalwetenschap vroeger nog vooral gericht was op grammatica, richtte Marianne zich op woordenschatontwikkeling vanwege de duidelijke verbinding met denkprocessen van kinderen en het leren op school. Na haar studie taalwetenschap, promoveerde ze in 1994 aan de UvA op het onderzoek naar diepe woordkennis van kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond.
Ze ontdekte dat er niet alleen grote verschillen zijn tussen leerlingen in het aantal woorden dat ze kennen, maar dat er ook verschillen zijn in betekenis-kennis. Dit soort verschillen blijven voor leerkrachten vaak verborgen. Het gaat immers om de kennis die kinderen achter de woorden hebben opgebouwd en dat is niet direct merkbaar. Maar uiteindelijk heeft het wel grote gevolgen voor de schoolcarrière van kinderen.
Om niet ‘in de ivoren toren van de wetenschap’ te blijven zitten, is Marianne haar ondervindingen gaan vertalen in een didactische aanpak. Marianne haar doel is daarbij altijd geweest om leerkrachten te trainen om woordenschatonderwijs op een goede, effectieve en efficiënte manier te geven. LOGO 3000 werd ontwikkeld, waarin de 4-takt-didactiek wordt toegepast. Deze benadering omvat het systematisch aanbieden en herhalen van woorden, en het creëren van woordclusters op basis van logische betekenisrelaties.
De gouden tip van Marianne
Marianne ziet dat het verbinden van woordenschatonderwijs met andere lessen een uitdaging kan zijn voor leerkrachten. Marianne geeft daarom als waardevolle tip: introduceer nieuwe woorden voorafgaand aan het onderwerp dat je behandelt en zoom in op de betekenissen ervan. Omdat onderwijs per definitie gericht is op nieuwe onderwerpen, is het belangrijk om kinderen eerst de nodige woordenschat te geven voordat je verder gaat. Dit geldt zowel voor het voorlezen van prentenboeken in de onderbouw als voor het behandelen van begrijpend-lezen-teksten in de midden- en bovenbouw, evenals teksten uit schoolmethoden zoals bij wereldoriëntatie.
Neem de tijd om te bepalen welke woorden mogelijk struikelblokken kunnen vormen en bied deze woorden vooraf aan. Besteed ongeveer 10 minuten aan het aanbieden van deze woordenschat en herhaal de woorden zoveel mogelijk, om te beginnen in de situatie van de onderwijsactiviteit. Die vormt het beginpunt (in de selectie van de woorden) en het eindpunt (in het gebruik van de woorden en het toepassen van het geleerde). Je zult merken dat de interactie in de les beter verloopt, omdat de kinderen actief kunnen deelnemen. Je geeft ze de kans om volledig deel te nemen aan de leeractiviteiten.
Marianne voegt toe: “LOGO 3000 wordt vaak gezien als een lesmethode, maar het is meer dan alleen het los aanbieden van woordenschat. Het is een voorraadkamer waaruit je woorden selecteert voor de komende onderwijsactiviteiten, zodat kinderen de woorden in die contexten kunnen gebruiken.