In een klas met leerlingen uit verschillende landen, talen en achtergronden ontstaat een unieke dynamiek. Voor Jolanda, die nieuwkomers begeleidt op school, is NT2-onderwijs dan ook “de mooiste vorm van onderwijs”. Ze ziet dagelijks hoe belangrijk het is dat leerlingen een goede start krijgen, met veel aandacht voor taal én met passend lesmateriaal dat hen echt verder helpt.
In deze blog vertelt Jolanda hoe NT2-onderwijs werkt, waarom het zo noodzakelijk is en welke rol een leerkracht daarin speelt.
Wat NT2-onderwijs anders maakt dan regulier onderwijs
Het grootste verschil tussen NT2-onderwijs en regulier onderwijs is de focus op taal. In het NT2-onderwijs draait alles om het aanleren van basiswoordenschat, zodat leerlingen kunnen instromen in het reguliere onderwijs. Jolanda vertelt:
“Als je NT2-onderwijs aanbiedt, richt je je erop om de basiswoordenschat goed aan te leren, zodat leerlingen uiteindelijk kunnen uitstromen en bij het reguliere onderwijs kunnen instromen.”
Dat gebeurt bovendien in een zeer gemengde groep: van kleuters tot bovenbouwleerlingen.
Hoe je het gat tussen eerste- en tweedetaalleerders verkleint
Kinderen verschillen minder dan vaak wordt gedacht. “Of je nu één taal spreekt of twee: een kind is een kind.” Een tweede taal is zelfs “een extra cadeautje”.
Nederlandstalige kinderen vinden het vaak leuk om nieuwkomers te omarmen, wegwijs te maken en een beetje te helpen. Maar soms is de situatie uitdagender, wanneer je een klas hebt met voornamelijk Arabischtalige kinderen en één leerling die alleen Tigrinya spreekt. Je kunt dan wel samenwerken in de moedertaal, maar voor die ene leerling is dat niet mogelijk. Daarom is het belangrijk om duidelijk te zijn: “Nederlands is de voertaal, zodat niemand wordt uitgesloten.” Dit vraagt voortdurende aandacht, omdat kinderen bij emoties automatisch terugschakelen naar hun moedertaal. Het bij elkaar houden van de groep is hard werken, maar het hoort bij de kracht van NT2-onderwijs.
De rol van lesmateriaal in NT2-onderwijs
Lesmateriaal speelt volgens Jolanda een belangrijke rol. “Als je met fijn, passend materiaal kunt werken, heb je daar ontzettend veel aan.” Een voorbeeld hiervan is Wereld vol Woorden, met goede platen voor op de woordmuur en overzichtelijke mappen. Dat maakt het werken niet alleen effectiever, maar ook veel plezieriger dan wanneer je alles zelf moet kopiëren. Als het materiaal goed op orde is, kunnen zowel leerkracht als leerling makkelijker en doelgerichter werken.
Goed lesmateriaal draagt ook bij aan hoe je ervoor zorgt dat kinderen je begrijpen. Begrijpelijkheid ontstaat door:
- Goed voordoen;
- Duidelijk spreken;
- Veel visueel materiaal gebruiken;
- Het leuk houden.
“Zodat kinderen gemotiveerd blijven om te leren en te volgen.”
Een veilige omgeving creëren
Een veilige omgeving creëren in de klas kost tijd. Dat begint bij doen wat je zegt, voorspelbaar zijn en een duidelijke planning hebben. Kinderen moeten weten waar ze staan en wat er gaat gebeuren. Jolanda stuurt kinderen niet zomaar weg, juist niet: “Hoe meer kinderen proberen te storen, hoe meer ik wil dat ze in mijn zicht blijven.”
Veel leerlingen brengen spanning of traumatische ervaringen met zich mee, soms uit landen waar kinderen op school lichamelijk worden gestraft. Daarom is nabijheid zo belangrijk. Alleen wanneer de veiligheid in het gedrang komt, moet je soms wel optreden om de veiligheid van de groep te waarborgen.
Door consistent te zijn, plezier te maken en vertrouwen op te bouwen, ontstaat stap voor stap een veilige basis waarin kinderen hun plek kunnen vinden.
Wat Jolanda leert van haar leerlingen
NT2-leerlingen brengen een rijkdom aan culturen, gewoonten en tradities mee naar de klas. Dat maakt het werk bijzonder: je krijgt een kijkje in verschillende werelden en ziet tegelijkertijd hoeveel veerkracht kinderen hebben, ondanks alles wat ze soms hebben meegemaakt. Ook in het contact met ouders die geen Nederlands spreken, leer je veel. Gesprekken verlopen regelmatig via tolken of andere hulpmiddelen, wat vraagt om helder communiceren, goed luisteren en extra zorgvuldigheid.
De grootste uitdaging in NT2-onderwijs
Volgens Jolanda ligt de grootste uitdaging bij de financiering. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor deze kinderen hangt direct samen met het beschikbare budget. “Deze leerlingen hebben zoveel meer ondersteuning nodig dan ze vaak krijgen.”
De vraag blijft telkens: waar komt een kind terecht en hoeveel hulp is daar beschikbaar? Wat je regelmatig ziet, is dat een project stopt zodra het geld op is of wanneer er te weinig leerlingen instromen. “Dan valt alles weer stil, en dat gebeurt helaas nog best vaak.”
Ook speelt mee dat sommige kinderen traumatische ervaringen hebben of gedrag laten zien vanuit spanning. Leerkrachten moeten voortdurend schakelen, omdat geen dag hetzelfde is.
Daarnaast verschilt de ondersteuning per regio: een kind in Amsterdam heeft soms ‘geluk’ door het ruime aanbod aan taalklassen, terwijl een kind op de Veluwe direct in een reguliere klas terechtkomt.
Waar NT2-onderwijs in de toekomst meer aandacht voor mag hebben
Volgens Jolanda moeten kinderen meer tijd krijgen voordat ze instromen in het reguliere onderwijs. “Het gat is groot, zowel voor de leerkrachten in het reguliere onderwijs als voor de leerkrachten die de kinderen laten instromen.”
Er zijn mooie initiatieven waar dit goed geregeld is, maar er zijn nog te veel plekken waar het niet lukt. Meer tijd kan daarin een wereld van verschil maken. Want uiteindelijk willen we allemaal dat kinderen die Nederlands als tweede taal leren, goed landen in het reguliere onderwijs en volwaardig kunnen meedoen.


